Geestelijke Verzorging en gezondheidszorg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Van oudsher waren ziekte, gezondheid, heling en genezing al het domein van geestelijke leiders in de gemeenschappen van mensen. De geestelijk verzorger heeft ook heden ten dage een begeleidende en hulpverlenende taak bij het zingevingsproces van patiënten en hun naasten ten tijde van excitentiële crisis en spirituele nood. Met zingeving wordt bedoeld ‘het continue proces waarin ieder mens, in interactie met diens omgeving, betekenis geeft aan zijn of haar leven’. Het vermogen tot zingeving bepaalt het geestelijk welbevinden. Godsdiensten en levensbeschouwingen spelen bij het individuele proces van zingeving een wezenlijke rol. Bij patiënten worden deze vaak op de proef gesteld. Vragen komen op als waarom overkomt dit mij. Emoties als angst, verdriet, woede, machteloosheid en wanhoop komen naar voren. Autonomie, verlies van de eigen rol, identiteit, relaties en sociale vaardigheden kunnen verdwijnen en eenzaamheid veroorzaken. Het gods-, wereld- en mensbeeld kunnen veranderen en men kan zijn levenskracht, motivatie en inspiratie verliezen. Als bij geen ander zijn deze processen (veelal onder het begrip van het ‘Levensbeschouwelijke, Geestelijke en Spirituele’) het werkdomein van de Geestelijk Verzorger. Het werk onderscheidt zich van de ‘lichamelijke, psychische en sociale’ disiplines en heeft tot doel het geestelijk welbevinden – dat de totaliteit van het menzijn betreft – van de patiënt te ordenen, ondersteunen en/of te bevorderen.